We gaan beginnen!

Craft CMS, kortweg Craft, is het contentmanagementsysteem dat wij gebruiken voor de realisatie van een website of webshop. Hiermee kun je eenvoudig de inhoud (content) van de website of webshop wijzigen. Het mooie van Craft is dat wij de basis ontwerpen en realiseren, terwijl jij vrij bent om de website of webshop inhoudelijk naar wens aan te passen, zonder de website of webshop ongewild te wijzigen. Daarnaast is het stabiel, veilig en erg snel.

Een admin is een beheerder van de website of webshop. De beheerder heeft rechten die de ‘gewone’ gebruiker niet heeft. Zo kan jij via een admin-account bijvoorbeeld inloggen in Craft CMS en wijzigingen aan de content van de website doorvoeren.

Een beheerder beheert een website of webshop. De beheerder heeft rechten die de ‘gewone’ gebruiker niet heeft. Zo kan jij via een beheerdersaccount inloggen in het Craft CMS van jouw website of webshop en wijzigingen aan de content van de website doorvoeren.

Een global is een globaal gedefinieerd object in Craft dat slechts eenmalig ingesteld of ingevuld hoeft te worden om het vervolgens overal te kunnen gebruiken in de gedefinieerde vorm. Denk aan contact- of adresgegevens die slechts eenmalig ingevuld hoeven te worden, zodat ze overal op de website of webshop gelijk zijn. Wanneer deze gewijzigd moeten worden, dan hoeft dat maar eenmalig en zo wordt het gewijzigd over de gehele website.

De header is de navigatiebalk van de website, waarmee de gebruikers door de website of webshop navigeert. Deze is in meeste gevallen bovenaan de website te vinden. In sommige gevallen zit deze vast aan de bovenkant van het scherm of nog verstopt achter een zogeheten ‘hamburgermenu’. Dit icoon bestaat uit drie horizontale streepjes onder elkaar en staat vaak rechtsboven in combinatie met het woord ‘menu’ of ‘ ga naar’.

De footer is de onderkant van de website of webshop. Het bevat vaak een sitemap-achtige weergave van de navigatie. De footer is een standaard geworden op elke website of webshop, mede omdat gebruikers bewust of onbewust er veel gebruik van maken. Ook copyrightinformatie of links naar ‘Disclaimers’ en ‘Algemene Voorwaarden’ worden in de footer gepositioneerd.

Secties leggen vast welke inhoud er toegevoegd kan worden aan een template. Aan secties kunnen per template velden toegewezen worden. Bij het bouwen van templates moet er zorgvuldig gekozen worden uit drie secties en elke sectie is verschillend.

Een single is een pagina die slechts eenmalig voorkomt. Denk aan de hoofdpagina, waarvan nooit een tweede of derde op een website of webshop aanwezig is. Moet de inhoud wel vaker voorkomen? Dan wordt er gebruik gemaakt van een Channel of Structure. Welke van de twee wordt bepaald door de inhoud die getoond moet worden.

Een Channel wordt gekozen wanneer een bak met inhoud gecreëerd moet worden, die op meerdere plekken gebruikt kan worden.

Voorbeeld 1: Wanneer het team achter het bedrijf getoond moet worden, dan wordt hiervoor een Channel ingezet. Elk teamlid wordt ingeladen op de ‘Ons team’-pagina, maar heeft verder geen achterliggende detailpagina per lid. Deze teamleden kunnen vervolgens ook geselecteerd worden bij andere inhoud, bijvoorbeeld op de contactpagina om een wat persoonlijkere touch mee te geven

Voorbeeld 2: Wanneer je jouw opdrachtgevers wilt tonen in een matrixblok, kunnen deze geselecteerd worden in Craft. De logo’s van de opdrachtgevers worden getoond, maar hebben verder geen achterliggende detailpagina. Deze opdrachtgevers kunnen vervolgens ook geselecteerd worden bij andere inhoud, bijvoorbeeld op een projectdetailpagina.

Een Structure (structuur) wordt gekozen wanneer een structuur gebouwd moeten worden. Denk hierbij aan een overzichtspagina met bijvoorbeeld blogposts, nieuwsberichten, projecten, etc. die alle onderliggende pagina’s ophaalt. De gebruiker kan vervolgens hier naar een blog-/nieuws-/projectdetailpagina.

Voorbeeld 1: De gebruiker navigeert middels de navigatiebalk naar de projectoverzichtpagina waar alle projecten getoond worden. Op deze pagina navigeert de gebruiker naar een specifiek project.

Voorbeeld 2: De gebruiker navigeert middels de navigatiebalk naar de ‘Over ons’-pagina. Op deze pagina navigeert de gebruiker naar het volledige team.

Content is de inhoud van de website of webshop. Dit kunnen teksten zijn, maar ook video’s en afbeeldingen. Content is zelf te vullen in Craft CMS.

Elke keer als je binnen Craft een nieuwe inhoud wilt aanmaken, dan wordt dit gezien als een entry: losstaande inhoud, een bericht. Een nieuwe blog-, nieuwsbericht, artikel, project, product, etc. zijn allemaal entries.

Deze entries kunnen allemaal opgehaald worden. Bijvoorbeeld op een overzichtspagina van alle projecten. Het vervolgens tonen van de entries kan op meerdere manieren gebeuren: van nieuw naar oud, van oud naar nieuw of bijvoorbeeld op alfabetische volgorde.

Een aantal voorbeelden:

• Het tonen van alle projecten op de projectoverzichtspagina met minimale informatie.

• Het tonen van alle teamleden tonen op de teampagina.

• Het tonen van alle nieuwsberichten op de nieuwsoverzichtspagina met minimale informatie.

Een bodytekst is de platte tekst op een webpagina. Deze bestaat uit ​​één of meerdere regels of alinea’s en bevindt zich vaak onder een titel. Echter hoeft niet altijd een titel aanwezig te zijn, deze kan ook los gebruikt worden. De meeste teksten op een website of webshop zijn bodyteksten.

Een term om visuele elementen aan te duiden die doen denken aan kaarten. Vaak worden ze gebruikt om bijvoorbeeld producten of diensten in te tonen. Projecten op de projectoverzicht pagina kunnen alle informatie tonen die het desbetreffende project bevat, maar zal niet altijd direct relevant zijn voor de gebruiker. Daarom wordt er bijvoorbeeld alleen een titel, datum, afbeelding getoond. Deze informatie wordt samengevoegd tot een Card.

Breadcrumbs vormen een kruimelpad van de route die je hebt afgelegd. In tegenstelling tot Hans en Grietje kun je op deze manier altijd zien hoe je op een bepaalde pagina terecht bent gekomen en altijd terugkeren naar een vorig punt uit het kruimelpad.

CTA is een afkorting van Call To Action. Het is een oproep tot actie, zoals de letterlijke vertaling ook doet denken. Vaak is dit een knop die leidt naar datgene waar je gebruikers uiteindelijk uit wil laten komen. Dit kan van alles zijn, maar belangrijk is dat de CTA zich onderscheidt van andere (secundaire) knoppen op de website of webshop. Deze mogen niet lijken op de CTA, omdat het idee erachter anders niet meer werkt en keuzestress kan ontstaan bij de gebruiker. Geregeld wijkt een CTA (bewust) af van de huisstijlkleuren. In webshops zie je bijvoorbeeld vaak dat deze knoppen groen zijn, omdat dit opvalt.

Een slider, of carousel, is horizontale rij van foto’s of cards, waarbij deze niet allemaal direct in beeld zijn. Ze zullen achtereenvolgens in beeld verschijnen en uit beeld verdwijnen door er (meestal) horizontaal doorheen te scrollen, of gebruik te maken van de pijltjesknoppen.

Een iframe is een embed (insluiting) van een item in het scherm dat vaak afkomstig is van een derde partij. Denk aan een video van YouTube, een snelle weergave van een Facebookpagina of een Instagram feed. De data hiervan wordt opgehaald en in een iframe geplaatst, zodat deze op je eigen website of webshop getoond kan worden.

Een thumbnail is een miniatuurweergave van een afbeelding; een soort preview van de daadwerkelijke afbeelding of het item dat daarachter zit. Vaak is de thumbnail namelijk (onderdeel van) een klikbaar object. De thumbnail hoeft overigens niet hetzelfde uit te beelden als datgene wat erachter zit, maar het is wel het meest logisch.

Een pop-up, ook wel modal genoemd, is een item dat in beeld komt over de huidige content heen. Je moet een pop-up actief sluiten om weer bij de onderliggende content te kunnen. Pop-ups worden veelal gebruikt om extra aandacht te leggen op iets. Zo kan bijvoorbeeld een nieuwsbrief inschrijving in beeld worden gebracht waar men minder snel omheen kan dan een vergelijkbare inschrijving, verwerkt in de content. Het gevaar is dat ze relatief snel als storend kunnen worden ervaren.

Een sidebar is niet op elke website of webshop aanwezig. Het is een balk links of rechts van de pagina, gereserveerd voor belangrijke items die je uit wil lichten ten opzichte van de centrale content. Denk daarbij aan een contactblok of een formuliertje voor nieuwsbrief inschrijving. Een sidebar kan praktisch zijn, maar is niet voor elke website of webshop geschikt.

Sinds de introductie van de privacywet komt de term AVG (GDPR in het Engels) geregeld aan bod. Het staat voor ‘Algemene Verordening Gegevensbescherming’ en is bedoeld om regels voor de verwerking van persoonsgegevens in de gehele EU te standaardiseren. Gebruikers van een website of webshop moeten daarom in uiteenlopende gevallen actief akkoord gaan met privacy-gerelateerde zaken. Denk daarbij aan gevallen waarin zij een formulier invullen en versturen, of akkoord moeten gaan met het gebruik van cookies.

Cookies zijn kleine bestanden die op je computer opgeslagen geworden. In deze cookies wordt informatie bewaard die nodig is om bepaalde zaken te onthouden voor de volgende keer dat jij de betreffende pagina bezoekt. Denk daarbij aan inloggegevens, zodat je niet opnieuw hoeft in te loggen als je een paar uur later opnieuw op de website of webshop komt.

Feed is data die wordt ingeladen van een bron die vaak van een derde partij afkomstig is. Vrij vertaald is het ‘voeding’ voor een bepaald onderdeel op de website of webshop. Denk aan een Instagram sectie, waarbij foto’s (de feed) van Instagram worden ingeladen.

Een ‘bak’ waarin bepaalde items worden aangemaakt, zodat ze op andere plekken op de website of webshop uit deze bak kunnen worden gehaald. Denk aan personeelsleden. Deze worden dan eenmalig in de informatiebron toegevoegd, zodat op een contentpagina uit deze bak personen gekozen kunnen worden die getoond moeten worden.

Een dropdown is een uitklapmenu. Het is een grafisch element waardoor bezoekers gemakkelijk kunnen navigeren op een website. De werking en het uiterlijk van uitklapmenu’s kan uiteenlopen. Een uitklapmenu wordt voornamelijk gebruik bij formulieren of het filteren van berichten.

Sticky is Engels voor klevering of plakkerig. Een sticky element plakt ergens tegenaan, zodat deze in beeld blijft staan. Een voorbeeld is het navigatiemenu. Op veel websites blijft het menu vaak bovenin sticky in beeld, zodat websitebezoekers gemakkelijk de belangrijkste pagina’s op de website kunnen vinden en bereiken.

Tags zijn korte trefwoorden die als labels fungeren en je toevoegt aan bijvoorbeeld blog-, nieuwsberichten of andere inhoud van je website. Deze tags helpen om de content op de website beter te structureren en eventuele zoekopdrachten via de zoekfunctie te verbeteren.

Labels zijn tags — korte trefwoorden — of kenmerken die worden toegevoegd aan een blog-, nieuwsbericht, artikel of product. Het label visualiseert de tag of wat de inhoud speciaal maakt. Bij een product wat in de aanbieding is, kan dit label zeggen “Sale”, “In de aanbieding” of “-30%”.

Google indexeert en crawlt door (bijna) alle content van elke webpagina op het internet. Wij kunnen Google hierbij helpen door deze informatie op een gestructureerde manier mee te geven. Het vertelt de zoekmachines wat bepaalde informatie precies betekent zodat de inhoud wordt begrepen.

Deze data is niet direct zichtbaar voor de ‘normale’ gebruiker. Structured data zorgt er ook voor dat bijvoorbeeld vacatures getoond worden bij de Google zoekresultaten wanneer deze goed zijn ingesteld.

Transactionele e-mails zijn geautomatiseerde e-mails waaronder niet-commerciële e-mails vallen. Het zijn berichten die klanten of gebruikers ontvangen wanneer zij een actie hebben ondernomen, zoals betaalbevestigingen en wanneer zij aangeven dat zij hun wachtwoord zijn vergeten.

USPs staat voor Unique Selling Points. Dit zijn de punten waarmee jij en jouw bedrijf onderscheiden van de concurrentie of punten die je nog eens extra onder de aandacht wilt brengen bij de gebruikers. Een aantal voorbeelden: “Voor 23:00 besteld, morgen in huis”, “Gratis verzending vanaf 50,-” en “Gratis retourneren”.